Verjaardagsfiets Kathmandu
Door: Martijn
Blijf op de hoogte en volg Martijn
08 November 2012 | Nepal, Kathmandu
Wat leuk om te lezen dat er zoveel mensen zijn die mijn blog hebben gelezen. En dat allemaal rondom mijn verjaardag. Want dat is wel een bijzondere gebeurtenis hoor, verjaardag in den vreemde. Bij het wakker worden is er niet iemand die je feliciteert. Stiekem hoopte ik op een alerte receptioniste die toch mijn paspoort gezien heeft. Maar helaas, daar hadden ze alleen door dat ik de volgende dag zou uitschenken. Ook bij het doorgeven van mijn gegeven voor de vlucht geen match tussen geboortedatum en de realiteit. Jammer! Gelukkig is daar mijn iPhone, Facebook en whatsapp. Een heerlijke explosie aan lieve berichtjes maakten mij toch jarig, waarvoor allen dank. Overigens een bijzonder fenomeen die digitale bereikbaarheid. Zo sta je midden in Kathmandu en met alle wifi die er is praat je zo weer over de dagelijkse Nederlandse dingen.
Mijn verjaardag besloot ik op de fiets te vieren. Bij de onwetende dames van de receptie kreeg ik wat gefronste blikken toen ik vertelde wat ik wilde doen. Eerst naar de boeddhistische apentempel aan de westkant van de stad en daarna de hindoetempel met de crematies aan de oostkant van de stad. Om het compleet te maken heb ik Bodhnath ook nog toegevoegd. De mooiste tempels dus voor mijn verjaardag. Met een kaart op zak stapte ik op.
Nu zijn de wegen hier in Nepal niet zoals we dat gewend zijn in Europa. Naast dat bijna geen weg recht is, mist er regelmatig een goed stuk asfalt. Menigmaal zou ik me afvragen of de weg wel goed was, want een doorgaande weg kan toch niet zó slecht zijn. Maar niks is minder waar. Op redelijk eenvoudige wijze vond ik mijn weg over zandpaden, grindpaden en gelukkig ook asfalt. Al snel had ik wel door dat de lucht hier, naast vervuild door auto's en andere vervuilers, ijl is. Bij mijn eerste beklimming zat mijn hart in mijn keel en stond het zweet te parelen op mijn rug. Misschien had ik me vergist dat zelfs in de Kathmandu vallei er ook heuvels zijn.
De eerste stop was de apentempel of eigenlijk Swayambhunath geheten. Onderaan de te voet te beklimmen heuvel kon ik mijn fiets kwijt bij een Nepalese jongen. Hij zou op mijn fiets passen tot ik terug kwam van de berg. De Nepalezen zijn op een bepaalde manier vriendelijker en zeker goedlachser dan de Indiërs, dat was me in amper 12 uur al opgevallen. Waar tref je nog een lachende douanebeambte aan, die je helpt wanneer je niet de juiste papieren hebt ingevuld? Helaas is het land wel erg arm en de onvermijdelijke vrouwen met een kind op de arm, vragend om geld, tref je ook hier aan bij de tempels. De weg naar boven had ik gevonden toen ik door een woud van geldvragende vrouwen, souvinirverkopers en een verdwaalde Sadhu de trappen besteeg. Het was al snel duidelijk waar de bijnaam Apentempel vandaan komt. Op de trappen wemelde het van makaken. De apen wachten tot een passerende gelovige of toerist iets lekker aan ze geeft. Met weer een verhoogde hartslag stond ik na een kwartier oog in oog met een van de mooiste tempels van Nepal. Een grote witte koepel (stoepa genaamd) met daar boven de ogen van Boeddha. Vrij sereen kijken de half gesloten ogen je aan. Als neus is daar het Nepalese teken voor 1. Dit teken staat voor eenheid. Net boven de ogen van Boeddha bevindt zich een derde oog, die het inzicht van Boeddha symboliseert. Daaronder is dan de witte stoepa, die de aarde moet voorstellen. En als een kroon op Boeddha's hoofd zijn daar 13 gouden lagen, die aangeven welke 13 stappen een mens moet ondernemen om in het Nirvana te gaan. Wat een prachtige tempel en een devote plek. Op dat moment vond ik het erg jammer dat ik deze beleving niet kon delen. Om deze gedachte te onderdrukken heb ik de rest van het complex bewonderd. De locatie is geweldig, je kijkt mooi over de stad heen. Om me heen gebeurde heel veel, er werd muziek gemaakt en mensen offerde geld of goederen. Er liepen toeristen rond, maar ook monniken. Jonge jochies die in hun rood met gele gewaden met elkaar aan het ravotten waren. Even geen oog voor Boeddha, maar even lekker kind zijn. De vele gebedsvlaggen deden me aan Tibet denken, niet gek wanneer je bedenkt dat vele van hen vanuit Tibet de grens zijn gepasseerd op de vlucht voor de heersende Chinezen. Na wat mooie plaatjes te hebben geschoten besloot ik na een uur weer af te dalen naar de fiets.
Onderaan de trap stond de fiets netjes op dezelfde plaats en de jongen vroeg of ik had genoten. Na dit bevestigend te hebben beantwoord wilde ik de goede jongen een fooi geven voor het bewaken. Maar nee geld wilde hij niet hebben. Beter kon ik melk en biscuitjes voor hem kopen. Hmm...vreemd. Daar wil ik geloof ik niet aan mee doen. Mijn voorgevoel vertelde me dat dat waarschijnlijk een hele dure bedoeling zou worden. "nee, je krijgt gewoon geld!" Ik stond klaar om hem 20 roepies te geven. Misschien een wat klein bedrag, 20cent, maar ik had verder alleen maar grote briefjes. Dit weigerde hij aan te nemen. Hij had net nog 300roepies gehad voor het bewaken van 3 fietsen. Dat bedrag vond ik extreem hoog en bovendien, hij wilde toch melk en biscuitjes? Dit verhaal klopt niet en ik wilde hem alsnog de 20 roepies overhandigen ( later bleek dat op andere plaatsen de fietsenstalling 10 roepies kostte). Weer een weigering en irritaties bij beide partijen. Mijn beeld van de goedlachse en vriendelijke Nepalees wankelde. Ik besloot het hard te spelen. "Als je het niet wilt, dan ga ik gewoon!" En met mijn fiets in de ene hand en de 20 roepies in de andere stond ik klaar om te vertrekken. Uiteindelijk nam hij het aan, maar zei geen "thank you", maar "fuck you". Hierop draaide ik om, maar de jongen zette het al op een rennen. Hij had al door dat het wel wat onbeleefd was. Nog een keer maakte ik een beweging in zijn richting en hij zat al tussen de apen op de trap. Met een katterig gevoel stapte ik op de fiets. Gelukkig zou de rest van de dag mijn nare gevoel snel doen vergeten.
Al hobbelen op mijn best luxe mountainbike raakte ik na een klein uurtje aan de andere kant van de stad, te weten op de ringweg. Nu ben ik in behoorlijk wat Aziatische landen geweest en er zijn altijd wegen die goed onderhouden zijn. Voornaamste redenen: omdat het tolwegen zijn, prestigeprojecten van de leiders van het land of omdat het de weg vanaf het vliegveld is en deze is vaak vernieuwd om mensen een goed beeld van het land te geven of omdat er Asian Games o.i.d werd gehouden. Van dit alles is er in Nepal geen sprake. Ok, er rijdt iets meer verkeer en de weg is iets breder, maar daar houdt het wel mee op. Ook hier kuilen, gaten en af en toe eens stukje grind. Bovendien rijdt alles op deze weg, paard en wagen, leurende busjes, dure auto's en verdwaalde fietsers. Die laatste was ik dus. Volgens mijn gevoel (en ook de kaart) zat ik in de buurt van mijn (gelukkig niet laatste) bestemming, de Pashupatinath tempel. Bij wederom een stoepa met de open van Boeddha stapte ik van mijn fiets. Eerst om eens rond te kijken bij weer zo'n wonderlijk bouwwerk. Misschien wat kleiner, maar totaal niet toeristisch. Een aangename break voor deze bezwete jongeman van 37. Rondom de stoepa de gebruikelijke rust en mensen die lijken te wachten op iets. Een bus, vrienden of op verlichting. Dit laatste was nog niet nodig, het was namelijk drie uur 's middags. Voor ik terug ging naar mijn fiets, vroeg ik een passerende man of hij me de weg kon wijzen. Dit kon hij en hij nam er de tijd voor. Hij vertelde dat hij journalist was voor een medische blad en vroeg uiteraard ook naar mijn achtergrond. Vrouw, kinderen, waar ik vandaan kwam etc. Geïnteresseerd in zijn journalist zijnde kreeg ik het blad te zien. Helaas allemaal in Nepalees. Toen een vriend hem kwam ophalen was het gesprek bijna over. Vriendelijk zeiden we goedendag en wist ik inmiddels dat tempel om de hoek lag.
De volgende tempel was weer een bijzondere, naast de vele apen die er rondhingen (apen zijn heilig, want de god Hanuman heeft een apekop) is dit de meest heilige plaats voor Hindoes in Nepal. Dus wat doe je op deze plaats? Juist, ook hier worden de lichamen van overledenen gecremeerd. Vrijwel dezelfde rituelen als in Varanasi (zie mijn vorige verhaal), maar deze keer nog openbaarder. Tegenover de crematieplaats is een soort tribune. Hierop zaten dan ook vele toeristen, maar ook Nepali te kijken naar de brandstapels. De rest van het complex is deels gesloten voor niet-hindoes en na een uurtje besloot ik weer door te fietsen.
Volgende stop Boddnath, hier staat de grootste stoepa met de ogen van Boeddha van Nepal. Een schitterend complex met erom heen allemaal tempels, hotels, restaurants en souvenirshops. Ze hebben hier heel goed begrepen dat religie en commercie elkaar kunnen versterken. Na een rondje met de klok mee te hebben gelopen rondom te stoepa (tegen de klok in brengt ongeluk) stond mijn trouwe fiets me weer op te wachten. Ik wilde voor het donker graag terug zijn. Dit om te voorkomen dan een van de weggebruikers zonder licht mij niet zou zien (ik was namelijk ook niet verlicht).
Mijn verjaardag eindigde met een dinertje en live rockmuziek in een drukbezochte bar. Alles was open en op straat was de muziek al hoorbaar. Via een brandtrap liep ik naar boven. Naast de muziek viel ook op dat hier veel jonge Nepali kwamen. De jongens dronken bier en de meisjes dronken likeur of witte wijn. De sfeer was er zeer uitgelaten. Mooi moment om mijn verjaardag af te sluiten. Na een uurtje dit tafereel te hebben aanschouwd ben ik naar het hotel gegaan. Klaar voor nieuwe avonturen. De dag erop naar Pokhara voor een trekking.
Misschien leuk voor een volgend verhaal!
Namaste
Martijn
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley